Fractie Franssen is altijd voorstander geweest van een sterke agrarische sector samen met een levendig lokaal ondernemerschap om onze gemeente leefbaar te houden. Deze visie heeft onze fractie nog steeds. Tijdens de eerdere raadsconferenties over het Agro Leisure Parc is onze fractie ook kritisch geweest op de plannen. Wij hebben niet ingestemd met de bestemmingsplanwijziging voor het Agro Leisure Parc, na een uitgebreide afweging. Dit betekent dat wij ook voor de kern Nijswiller een alternatieve oplossing moeten zoeken.
De plannen begonnen destijds met de idealistische doelstelling om de agrarische sector in het heuvelland beter op de kaart te zetten door productie van melk en cider een belevenis te laten zijn en lokale ondernemers de kans te bieden om een grotere afzetmarkt voor hun producten te realiseren en zodoende het verdienmodel voor de agrarische sector te verbeteren. Een droomscenario en tijdens de economische crisis was dit een mooie gedachte voor de toekomst. Door de jaren heen zijn de andere pijlers: een hotel, de supermarkt en horeca regelmatig onderwerp van discussie geweest.
Door de jaren heen is ook de wereld om ons heen niet stil blijven staan, zoals de opkomst van internet winkelen. Inmiddels 25% van de bevolking doet de boodschappen online en dit neemt nog steeds een enorme toevlucht waarop ondernemers moeten inspelen. Fractie Franssen vindt dit vooral een zaak van en door ondernemers en als gemeente kunnen wij hooguit faciliteren en kijken hoe we onze 10 kernen leefbaar kunnen houden.
De inwoners van Nijswiller strijden al jaren voor een toekomstbestendige gemeenschapsvoorziening, iets wat Fractie Franssen met de inwoners volledig eens is. Immers elke kern moet kunnen rekenen op een ontmoetingsplek voor verenigingsactiviteiten, dagbesteding en het faciliteren van ontmoetingen. Binnen het project ALP is rekening gehouden met een gemeenschapsvoorziening in Nijswiller. Tegelijkertijd is met name in het afgelopen jaar door de verenigingen en inwoners van Nijswiller aangegeven dat ze meer mogelijkheden zien in de voormalige voetbalkantine en/of het in Nijswiller aanwezige café.
De afgelopen maanden waren hectisch, voorstanders en tegenstanders roerden zich om signalen af te geven over het voorliggend plan. Signalen die onze fractie serieus neemt en op prijs heeft gesteld om een goede afweging te kunnen maken. De extra tijd die we in oktober hebben genomen door middel van de motie is wat ons betreft dan ook een goede keuze geweest, want de reacties in de afgelopen weken hebben ons geholpen om een zorgvuldige afweging te maken.
Kijken wij naar de concrete invulling van het Agro Leisure Park dan zien wij veel partijen, maar geen grote groep lokale ondernemers uit onze regio. Partijen die ons inziens niet stroken met de belevenis die het Agro Leisure Park zou moeten zijn. Partijen die ook niet willen investeren, maar zullen gaan huren. De agrarische sector is vrijwel niet meer vertegenwoordigd in het hele concept en onze lokale ondernemers geven aan op hun eigen manier te willen samenwerken om de producten aan de man te krijgen.
Daarnaast merken wij uit alle reacties dat het draagvlak vrijwel geheel verdwenen is, met uitzondering van de inwoners van Nijswiller die terecht grote mogelijkheden zien voor hun eigen dorp. De vraag die we ons moeten stellen is, hebben we een nieuwe fysieke plek nodig om de idealistische doelstelling waar het allemaal mee begon te bereiken? Wij beantwoorden die vraag met een nee.
Alles afwegende zal, Fractie Franssen niet instemmen met de bestemmingsplanwijziging voor het Agro Leisure Park. Wij staan voor onze eigen inwoners en onze eigen lokale ondernemers, die we willen ondersteunen in hun toekomst. Daarmee kiezen wij voor de leefbaarheid in de dorpskernen, want leegstromende kernen zorgen ook voor grote sociale problemen en dat willen wij niet en ondanks alle onderzoeken, alle gesprekken verwachten wij dat die leegstroom er zal komen. Daarnaast is er in onze gemeente voldoende hotelaanbod en liggen er kansen om hotels te vernieuwen en te verbeteren. Ook de dorpswinkel heeft nog kans op een bestaan, zie bijvoorbeeld Super Epen die de kern weer laat bloeien.
Kijken wij naar vergelijkbare concepten dan zien wij, alle onderzoeken ten spijt dat deze in de praktijk niet functioneren of niet eens van de grond komen. Bijvoorbeeld het Agro Verde park in Manilla, de Markthal in Rotterdam met het zogenoemde Bijenkorf-effect, die niet functioneert omdat het meer is dan alleen streekproducten. Het Parcours in Valkenburg aan de Geul dat geen exploitant kan vinden. Tot slot of we een Parijse Rungis willen creëren is ook nog maar de vraag, zeker als er nog maar zeer weinig draagvlak is bij de ondernemers en producenten die toch de centrale spil in het gehele concept zouden moeten zijn.
Kijken we naar Citta Slow en de digitalisering, dan is het naar onze mening juist de trend dat toeristen langs de boerderijwinkel in Mechelen komen, de delicatessen in Eys en de streekproducten in Gulpen, waarbij de streekproducten een belevenis zijn om vervolgens weer op de A2 terecht te komen en thuis online een grotere voorraad gaan bestellen.
Voor de kern Nijswiller betekent dit dat wij met een andere oplossing moeten komen om ervoor te zorgen dat zij, ook in de toekomst een dak boven hun hoofd hebben voor activiteiten. Samen met het CDA dienen wij dan ook een motie in om de mogelijkheden te verkennen om van een van de in Nijswiller aanwezige café’s of de voetbalkantine een gemeenschapsvoorziening voor en met de kern te maken. Een plek die bijdraagt aan het versterken van de sociale cohesie in Nijswiller en daarmee jong en oud de gelegenheid biedt om deze locatie zowel overdag als ’s avonds te bezoeken.
Onze lokale ondernemers roepen wij daarnaast op om het eensgezinde geluid dat zij de afgelopen weken hebben laten horen, ook naar de toekomst toe om te zetten in samenwerking waar nodig en waar mogelijk. Ze gaven het zelf ook al aan zo verenigd als we nu zijn is uniek. Laat die unieke kans dan ook niet liggen en laat onze dorpskernen bloeien voor onze inwoners en bezoekers. Het college roepen wij om deze samenwerking te faciliteren in brede zin.
Tot slot roepen wij het college op om met de provincie Limburg in gesprek te gaan over het voormalige schoolgebouw. Wij weten dat de provincie eerdere verzoeken voor bedrijfsverzamelruimten en woningbouw heeft afgewezen. Maar ook in het provinciehuis is het besef doorgedrongen dat we toch weer moeten gaan bouwen en de locatie waar we het vandaag over hebben leent zich daarvoor en geeft ook Nijwiller de kans om te verjongen en te vernieuwen.