Gisteren behandelden wij het raadsvoorstel over de Pilot boerderij van de toekomst. Een pilot die al geruime tijd de gemoederen in onze gemeente bezighoudt. Een initiatief dat moet aantonen dat jonge agrariërs een kans moeten krijgen en hebben om te blijven boeren in onze gemeente en daarmee een bijdrage te leveren aan ons 5-sterrenlandschap. Hieronder kunt u onze inbreng lezen. Uiteindelijk is ons voorstel unaniem door de gemeenteraad aangenomen!

 

Fractie Franssen heeft zich altijd kritisch positief opgesteld over deze pilot en vanuit die houding de ontwikkelingen gevolgd en telkens beoordeeld. We moeten spaarzaam zijn met ons kwetsbare landschap en niet elke ontwikkeling past binnen dit landschap. Anderzijds moeten we juist om dat mooie landschap te behouden wel agrariërs hebben die voor het landschap willen zorgen en het landschap gebruiken om te boeren.

Tijdens de commissievergadering hebben wij kritische vragen gesteld over de nu voorgestelde voorkeurslocatie, de stand van zaken van het bedrijfsplan en mogelijke alternatieven. Op dit moment zijn wij als fractie niet overtuigd dat de Pilot boerderij van de Toekomst door kan naar een definitieve ontwerpfase. Er is meer informatie en nader onderzoek nodig voor een volgende stap.Tijdens de commissievergadering bleek ook dat de huidige locatie niet bij voorbaat is afgeschreven nu zowel uit de reacties van de initiatiefnemer als de omwonenden blijkt dat ook deze locatie nog perspectief biedt.

Fractie Franssen is ook nog altijd niet overtuigd van de noodzaak dat de gehele bedrijfsvoering op een agrarische kavel dient plaats te vinden en waarom bijvoorbeeld opslag op een industrieterrein of AgroHub niet mogelijk is. Het bedrijfsplan of businessplan is niet concreet genoeg uitgewerkt om een beslissing te kunnen nemen en vraagt om nadere uitwerking zowel op de huidige bedrijfslocatie met aantoonbare argumenten waarom een doorontwikkeling niet of juist wel kan, alsook voor de potentiele locatie.

De initiatiefnemer dient dan ook zijn huiswerk beter doen en een businessplan voor beide locaties uit te werken en bij de gemeente aan te leveren. In dit businessplan dient duidelijk aangegeven te worden: de noodzaak en meerwaarde waarom de agrarische kavel (innovatief en grondgebonden) voor zowel de bedrijfswoning, stalling voor voertuigen en machines, de verwerking van gewassen en de opslag van gewassen op dezelfde plaats nodig is.

Als fractie willen we daarnaast dat beter in beeld wordt gebracht hoe de boerderij van de toekomst eruitziet. Dat vraag om een globaal inrichtingsplan met verbeelding en landschappelijke inpassing. Om tot slot een goede afweging te maken dienen ook de verkeersbewegingen in beeld te worden gebracht.

De petitie die rondgaat legen we daarmee ook niet naast ons neer, het laat duidelijk zien dat er voorstanders, tegenstanders en positieve kritische inwoners zijn, waarvan we ons de signalen ter harte moeten nemen.

Samen met Balans hebben we gewerkt aan een amendement om deze opdracht handen en voeten te geven en inmiddels heeft ook de CDA-fractie zich hierbij aangesloten. Tijdens de raadsvergadering sloten ook PRO en Van der Laan zich hierbij aan.

Als fractievoorzitter merk ik dat er ook ruis is ontstaan over mogelijke afspraken die zijn gemaakt in een fractievoorzittersoverleg. Daarover wil ik duidelijk zijn: ik heb daar niet anders aangegeven dan het fractiestandpunt uit de raadsvergadering van juli 2019 inhoudende dat als de conclusie is dat deze bedrijfsontwikkeling meer industrieel wordt er een afweging gemaakt moet worden over een bedrijventerrein, maar als het een boerderij (van de toekomst) wordt, het niet op een bedrijventerrein thuishoort. Dat is in lijn met hetgeen mijn fractie ook in de raadsvergadering in 2019 heeft aangegeven.

Dat is ook de lijn die wij vanavond hanteren. De pilot boerderij van de toekomst is een pilot om te onderzoeken hoe ‘een boerderij van de toekomst’ ingepast kan worden in onze gemeente, op een agrarische kavel. Als vervolgens als conclusie van deze pilot blijkt dat dit niet lukt omdat er vooral behoefte is aan opslag of productieruimten, dan komen bedrijventerreinen aan de orde.

Kijken wij naar het gevolgde proces en de betrokkenheid van de inwoners daarbij, dan is onze conclusie dat dit tekort geschoten is en dat we dat niet zondermeer kunnen wijten aan de Covid-19 pandemie. Enerzijds is de opdrachtformulering vanuit de Raad niet duidelijk genoeg gesteld en anderzijds heeft het in de uitvoering door de betrokkenen tekortgeschoten. Dat moet in de komende periode echt anders! Er dienen duidelijke afspraken te worden gemaakt aan de voorkant over de rol van de gemeente, de ondernemer en de inwoners. Met inwoners bedoelen wij niet alleen de directe buren van de huidige locatie, maar ook de inwoners die geraakt worden door de potentiele zoeklocatie. Verwachtingen dienen duidelijk naar elkaar uitgesproken te worden.

Binnen het huidig gemeentelijk beleid is agrarische bedrijfsontwikkeling mogelijk en dat willen we ook zo houden, met aandacht voor het landschap. Dat betekent dat onder voorwaarden deze ontwikkeling mogelijk moet zijn als deze streeft naar een vitale, innovatieve en duurzame landbouw in ons landschap. Daarbij horen dan ook agrarische gebouwen en bouwwerken, ingepast in het landschap.

Het initiatief ligt nu terug bij de ondernemer waar deze hoort om de ontbrekende zaken uit te werken en met de inwoners in gesprek te gaan om hun ideeën en oplossingen te bespreken, waarna de raad een weloverwogen keuze kan maken.