Gulpen-Wittem is een welvarende gemeente die goed in de slappe was zit om grote projecten te kunnen verwezenlijken. Die conclusie trekt De Limburger donderdag in een publicatie over Gulpen-Wittem. De grote uitdaging voor de gemeente is het toerisme op peil houden omdat zovelen daarvan direct of indirect afhankelijk zijn. Dat toerisme mag daarbij geen bedreiging vormen voor het 5-sterrenlandschap.

De krant noemt ook de Top3 en de Flop 3 van onze gemeente. Wat de Top 3 betreft vormen de herinrichting van het centrum van Gulpen en de fietsverbinding Epen-Mechelen projecten van onze wethouder Piet Franssen en komt voor het project scholenplan/bibliotheek alle eer toe aan CDA-wethouder Philip Laheij.

Bij de Flop 3 plaatsen we graag een paar kanttekeningen:

Zwembad Mosaqua is geen financieel probleem. Wij hebben de financiële positie van het bad gesaneerd. Dat betekent, dat we voor de exploitatie van het bad nu jaarlijks 300.000 euro betalen. Daarvoor hebben we een voor de regio en het toerisme belangrijke voorziening met meer dan 200.000 bezoekers per jaar. Ter vergelijking: Maastricht betaalt voor het Geusseltbad 1,3 miljoen per jaar en Valkenburg voor de Polfermolen 1 miljoen!

Dat wethouder Piet Franssen een plan heeft voorbereid met de provincie voor een doorsteek van Cartils naar de Rijksweg is een fabel uit de koker van de oppositie en een actiegroep. Toen de provincie na veelvuldig verzoek van de gemeente besloot de (fiets)onveiligheid van de Wittemer Allee aan te pakken werd een ambtelijke werkgroep geformeerd, waarin alle betrokkenen (dus ook de gemeente) en een ontwerpbureau waren vertegenwoordigd. Deze werkgroep heeft voor de provincie en onder regie van de provincie vier varianten uitgewerkt, die daarna aan de gemeente zijn voorgelegd. De gemeenteraad heeft de doorsteek unaniem afgewezen en de verantwoordelijk deputé Eric Geurts heeft dat advies snel overgenomen. Gekozen is voor een vrijliggend fietspad langs de Wittemer Allee, zonder afsluiting voor auto’s. Dat de wethouder eerder de tennisclub attendeerde op de mogelijke planontwikkeling bij de provincie en mogelijke gevolgen daarvan voor de club is volstrekt logisch en zorgvuldig.

Wat de ontwikkeling bij bestaande veebedrijven in Eys en Reijmerstok betreft: daarmee is wethouder Franssen ook niet gelukkig. Maar de betrokken agrariërs beroepen zich op de bestaande wet- en regelgeving en daaraan is ook de gemeente gebonden. De gemeente blijft de ontwikkelingen op de voet volgen.