Op donderdag 25 april is de wmo verordening voor de gemeente Gulpen-Wittem aan de orde gesteld. Het is belangrijk dat wij na een in 2011 ingezet traject rondom de kanteling nu de nieuwe WMO verordening kunnen bespreken. Volgens onze fractie is deze verordening dan ook met veel zorgvuldigheid en met raadpleging van veel betrokkenen, waaronder omliggende gemeenten en de WMO-raad tot stand gekomen. Een goede kanteling is een belangrijke voorwaarde om van de toekomstige wmo een succes te maken. Wij willen hier niet nadrukkelijk op de uitvoering ingaan dat is een taak voor het College. Wel willen wij een aantal punten nog eens kort onder de aandacht brengen.

Centraal staat dat wij niet meer denken in het verstrekken van middelen, maar hoe we voor onze burger het beste resultaat kunnen behalen om de burger zo zelfstandig mogelijk door het leven te kunnen laten gaan. Niet meer zorgen voor, maar zorgen dat.

Waar onze fractie zich met name zorgen om maakt is de toenemende druk die op jonge mantelzorgers wordt gelegd. Druk met studeren, actief bij verenigingen, in toenemende mate zelf in je eigen levensonderhoud voorzien en een onzekere toekomst. Ook deze jonge mantelzorgers, veelal studenten krijgen vanuit onze maatschappij een toenemende druk op zich en er moet vroegtijdig en serieus naar deze signalen worden geluisterd en actie ondernomen worden. En ja deze jongeren nemen wel verantwoording en veel verantwoording, maar er zijn ook grenzen aan de druk die we op jongeren kunnen leggen.

Reden voor onze fractie om samen met de andere fracties in deze raad het initiatief te nemen om een motie in te dienen om dit goed te borgen. Daarmee brengen wij een aanpassing aan in de gebruikelijke zorg die wij verwachten van jonge huisgenoten. Waarmee deze jongeren, die toch al meer in het huishouden zullen doen dan andere jongeren (met name tussen 18-23 jaar) ook van hun jeugd kunnen genieten en evenveel tijd aan hun studie en hobby’s kunnen besteden.

Ook stellen wij voor om de termijn voor het verlenen van huishoudelijke hulp die nu op 7 aaneengesloten etmalen gesteld is, terug te brengen naar 5 etmalen. Zodat in huishoudens waar de huisgenoten veel van huis zijn, er niemand aanwezig is die deze taken op zich kan nemen er toch sprake is van gebruikelijke zorg. Daarnaast vragen wij aandacht voor de communicatie naar en vooral met de burger. Hoewel het nog lastig is een doorkijk te geven in de wijzigingen die vanuit het Rijk kunnen komen, denk maar aan de korting van de huishoudelijke hulp (met het nieuwe zorgakkoord wordt de bezuiniging misschien iets afgezwakt). Wijzigingen met een behoorlijke impact dat staat vast. Wij vragen het College dit duidelijk in de communicatie mee te nemen en vooral met de burger en burgers met elkaar in gesprek te laten gaan. Bijvoorbeeld door de organisatie van een WMO-cafe. Daarbij speelt ons inzien niet alleen de ambtelijke organisatie, maar ook de wethouder een belangrijke rol om actief met klachten en initiatieven om te gaan.

Ook voor de professional vraagt de WMO-verordening verandering. De professional moet de ruimte nemen, maar deze ruimte ook voldoende krijgen. Daarbij vragen wij ook nogmaals aandacht voor onze eerdere gedane voorstellen de motie zorgsparen en de digitale vrijwilliger en vragen wij de wethouder dit waar mogelijk mee te nemen in de uitvoering.

Tot slot voorzitter, ik heb een maand voor mijn studie mogen doorbrengen in een land waar het allemaal iets minder goed geregeld is in Nederland. Wat ik daar zo bijzonder vond en geleerd heb is dat ook als er geen geld is er zorg en steun kan zijn. Door er samen de schouders onder te zetten. In Nederland is 44% van de bevolking actief als vrijwilliger dat zijn omgerekend 56.000 FTE die zich maatschappelijk inzetten. Het hoogste aantal van heel Europa, maar een aantal dat wij om de WMO in de toekomst uitvoerbaar en betaalbaar te houden proberen uit te breiden. Het is helaas niet meer van zelfsprekend om een burger die steun nodig heeft te behandel als ware het je eigen oma of moeder.

Wij zijn er als fractie van overtuigd dat de burger best iets terug wil doen als hij/zij hier op een goede manier kan vertoeven. Waarbij we wellicht in de toekomst ook meer gebruik kunnen maken van de digitale sociale netwerken om dienstverlening digitaal aan te bieden, zonder het fysieke contact en consumeren te verliezen. (Kerkrade/Drechtsteden) En misschien dat we van meer mensen onze oma kunnen maken.

Daarnaast hebben wij ook de motie van Balans voor het monitoren van de nieuwe wmo-verordening via de planning en controlcyclus gesteund.

Raadslid Robbert Dautzenberg, namens Fractie Franssen