Sittard-Geleen, 17 februari 2012 – Vanaf 1 januari 2013 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle nieuwe cliënten die begeleiding krijgen en vanaf 2014 voor alle cliënten. Individueel of begeleiding in groepen (dagbesteding), vervoer van en naar de plaats waar begeleiding plaatsvindt en het kortdurend verblijf. Nu zit deze zorgtaak nog in de AWBZ, maar straks valt deze binnen de Wmo (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Voor de huishoudelijke hulp verandert er niets: die blijft in de Wmo. De 18 Zuid-Limburgse gemeenten slaan de handen in één en werken, in ieder geval voor de inventarisatiefase, samen te werken in het project ‘Begeleiding van AWBZ naar Wmo’.

Van AWBZ naar Wmo

Steeds meer zorgtaken worden door het Rijk overgeheveld naar gemeenten. Begeleiding valt nu nog onder de volksverzekering AWBZ, straks onder de lokale Wmo. Vanaf 1 januari 2013 zijn gemeenten verantwoordelijk voor thuiswonende personen die voor het eerst of opnieuw begeleiding nodig hebben. Vanaf 1 januari 2014 geldt dit voor alle thuiswonende burgers met een indicatie voor begeleiding. Het betreft individuele en groepsbegeleiding (ook wel dagbesteding genoemd), het vervoer van en naar de plaats waar groepsbegeleiding plaatsvindt en kortdurend verblijf.

Cliënten
Het gaat om ouderen met somatische of psychogeriatrische problemen (zoals dementie), jongeren en volwassenen met psychiatrische problemen en mensen met een verstandelijke, zintuigelijke of lichamelijke beperking of chronische ziekte.

Aanleiding regionale samenwerking
Begeleiding is een nieuwe taak voor gemeenten. Er zijn veel partijen bij betrokken: 13.000 cliënten en zeker 180 zorgaanbieders in de regio Zuid-Limburg. Bovendien gaat de overheveling van begeleiding gepaard met een financiële korting van 5% (voor zover nu bekend). Dit heeft grote gevolgen voor de gemeentelijke organisaties en haar inwoners. Daarom besloten de 18 Zuid-Limburgse gemeenten onlangs samen te gaan werken in het regionale project ‘Begeleiding van AWBZ naar Wmo’.

Projectstructuur
Er is een regionale stuurgroep en een regionaal projectteam opgericht en een projectleider per gemeente aangewezen. Het regionale projectteam heeft van de Regionale Stuurgroep Decentralisatietrajecten Begeleiding de opdracht gekregen gemeenten – die deelnemen aan de regionale samenwerking – te helpen bij de voorbereiding op de implementatie van de begeleiding in de Wmo. Voorzitter stuurgroep Decentralisatietrajecten Begeleiding, Berry van Rijswijk: “De samenwerking richt zich in eerste instantie op het in kaart brengen en analyseren van de actuele situatie en het verkennen van toekomstmogelijkheden. Of alle gemeenten ook samen het vervolgproces oppakken, wordt duidelijk in maart”.

Van recht naar compensatie

In de AWBZ is begeleiding nu nog geregeld als een recht. In de Wmo wordt dat anders: gemeenten hebben een compensatieplicht. Dat wil zeggen dat de beperkingen die iemand ondervindt, worden verlicht door voorzieningen aan te bieden. Eerst wordt gekeken naar de individuele behoefte en omstandigheden van een cliënt en wat hij/zij nog zelf kan. Daarna naar wat zijn/haar omgeving kan betekenen en eventuele vrijwilligers kunnen doen. Het doel is maatwerk leveren en iemand helpen om zo zelfstandig en zelfredzaam mogelijk te functioneren en deel te nemen aan activiteiten in het dagelijkse leven.

Samen zoeken naar oplossingen
Gemeenten krijgen minder geld om de begeleiding lokaal te organiseren. Maar door zaken goed te organiseren, denken zij goede begeleiding voor hun burgers mensen en ondersteuning van hun mantelzorgers te kunnen blijven bieden. Het is belangrijk dat deze mensen ondersteund worden, zodat ook zij naar vermogen kunnen meedoen in de maatschappij. En de regie kunnen blijven voeren over hun eigen leven. Het vraagt van zowel gemeenten, cliënten(vertegenwoordigers) als zorgaanbieders de bereidheid om verder te kijken dan de eigen situatie of organisatie. De Zuid-Limburgse gemeenten zoeken dus niet alleen de samenwerking met elkaar, maar met alle belanghebbenden van begeleiding in deze regio.