Vandaag stellen wij de rapportage en aanbevelingen van de werkgroep WMO vast. Ik wil dan ook de collega werkgroepleden bedanken voor de prettige en goede samenwerking die wij in de werkgroep hebben gehad. Gezamenlijk hebben wij gekeken naar de mogelijkheden en wensen en het toekomstbeeld dat wij van het WMO-beleid hebben. Het resultaat stellen wij vanavond vast.
Daarbij kiest deze werkgroep voor een andere organisatie van de zorg en het inzetten op eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid en eigen netwerken. Verder wordt gekozen voor de inzet van vrijwilligers, collectiviteit waarmee er een doelgerichte inzet van het welzijnswerk en de opzet van een klussendienst zal worden gestart. Verder wil de werkgroep kortere procedures en een kanteling in het gesprek en de ketensamenwerking, want voorzitter kortere procedures en minder extern advies bespaart tijd .. en tijd is geld!
Onze fractie is dan ook bijzonder trots op hetgeen de werkgroep bereikt heeft en zien uit naar de verdere uitwerking hiervan in het complete WMO-beleid.
Helaas kunnen wij er niet aan ontkomen om gezien de bezuinigingen en de oplopende kosten om ondanks de voorstellen die we gedaan hebben de voorgestelde 150% norm van het College voor huishoudelijke hulp te volgen. Hiermee hopen wij de WMO nu en in de toekomst betaalbaar en uitvoerbaar te houden want dat is van wezenlijk belang voor deze groep gebruikers die alleen maar groter zal worden. De oppositiepartijen konden voorstel voor de 150% norm niet volgen, maar wisten ook geen alternatief te bieden. Ook voor Fractie Franssen is dit een pijnlijke beslissing, maar besturen is keuzes maken, aldus fractievoorzitter Roel Ronken en Raadslid Robbert Dautzenberg.