Vorige week heb ik uit een krantenartikel kennis kunnen nemen van de opvattingen van de door het gemeentebestuur aangestelde dorpsbouwmeester. Even voor U ter herinnering: de dorpsbouwmeester werd op initiatief van de CDA-fractie aangesteld omdat het functioneren van onze welstandscommissie grote ergernis opriep.
Een van de grieven was dat de advisering van deze commissie te weinig draagvlak bij de bevolking had. De soms vreemde en eigengereide adviezen konden moeilijk aan het volk uitgelegd worden, aldus de opvatting binnen de gemeenteraad.
Met deze visie waren wij het als Fractie Franssen hartgrondig eens.
Na lezing van het krantenartikel ben ik mij echter gaan afvragen of wij met de aanstelling van deze dorpsarchitect ook datgene bereikt hebben wat wij ook daadwerkelijk wilden bereiken of dat wij daarmee het paard achter de wagen hebben gespannen.
Zeker toen de bouwplannen voor het bungalowpark als het “klakkeloos kopiëren van het verleden” betiteld werden, sloeg mij de schrik om het hart. Met de mening van de bevolking dat zij iets mooi vinden, kon de dorpsbouwmeester niets, zo gaf hij letterlijk te kennen. Samen met bijna alle bewoners uit Euverem, Pesaken en de Slenakerweg heb ik de presentatie van de plannen voor het bungalowpark mogen meemaken. Ik heb zelden een zo groot enthousiasme van de omwonenden gezien. Zonder uitzondering gaf iedereen te kennen dat deze plannen een verademing zijn in vergelijking met datgene wat doorgaans ontworpen wordt. Ter voorkoming van verdere verpaupering van het park en ter verdere uitbouw van onze toeristische functie zou volgens de plaatselijke bevolking snelheid met de uitvoering betracht moeten worden, ook al zou dat de nodige overlast voor de buurt opleveren.
Als het echter aan onze dorpsbouwmeester ligt, zullen de plannen naar de prullenbak verwezen worden en dient gekozen te worden voor meer eigentijdse architectuur. Vaak resulteert dit dan in architectuur, die alleen een kleine groep van hoogdravende deskundigen aanspreekt. Een architectuur waarin soberheid , platte daken en modern materiaalgebruik, zoals beton, kunststof en glas troef zijn. Of de bevolking het ook mooi vindt, is voor onze dorpsbouwmeester niet relevant. Voor ons is dit wel degelijk van belang.
Als de bevolking unaniem een bouwplan als mooi kwalificeert, dan denk ik dat de gemeente dit signaal niet naast zich neer mag leggen omdat de zogenaamde deskundigen van uit een door hun geknutseld tijdsbeeld het plan niet zien zitten. Wij zijn toch een gemeente die de mensen serieus neemt en daarom dicht bij zijn eigen bevolking wil staan en richting hen klantvriendelijkheid wenst uit te stralen.
Vandaar dat ik mij tot U wend met de navolgende vragen:
1. Onderschrijft U de visie van de dorpsbouwmeester dat hij met de mening van de bevolking niets aankan?
2. Bent U ook van mening dat het door deskundigen vaak gehanteerde tijdsbeeld dient te prevaleren boven het schoonheidsbeeld van de bevolking?
3. Bent U met ons van mening dat snelheid met de plannen van het bungalowpark gemaakt moet worden en dat de door de dorpsbouwmeester voor deze plannen opgeworpen en voor ons onbegrijpelijke bezwaren onmiddellijk van tafel geveegd moeten worden, zodat snel gestart kan worden?
4. Kunt U ons en de omwonenden (bijv. in een nieuw bewonersoverleg) mededeling doen van de stand van zaken van deze plannen en over het tijdstip dat met de uitvoering begonnen zal worden. Volgens mededeling van de planontwikkelaars tijdens de planpresentatie zou immers direct na de bouwvakvakantie met de sloop van een groot gedeelte van de bestaande bungalows gestart worden.
Namens de Fractie Franssen, Ron Gerards