Op 7 oktober j.l. vroegen wij het college om de Raad volledig te informeren over de redenen voor en de aanleiding tot het ontslag van de heren Ortmans en Kessels als commissaris van het NV Vrijetijdscentrum. Daarop ontvingen wij  eind vorige week de uitnodiging voor een bijeenkomst op maandagavond 27 oktober, waarmee het college aan ons verzoek tegemoet zei te willen komen. In aanloop naar deze bijeenkomst heeft de fractie Groenlinks nog een aantal vragen per e-mail gesteld. Deze vragen kunt u onder aan dit artikel vinden. Bij het begin van de bijeenkomst van afgelopen maandag hebben wij de vraag gesteld waarom het college er voor heeft gekozen ons mondeling in plaats van schriftelijk te willen informeren over de redenen voor en de aanleiding voor het ontslag van de leden van de RvC. Op deze vraag kregen wij geen antwoord. Vervolgens hebben wij het college gevraagd op grond waarvan het college aan ons als raadsleden/ fractievoorzitters geheimhouding wilde opleggen, door te stellen dat het college ons alleen dan zou willen inlichten, wanneer wij bereid zouden zijn u te beloven dat wij de informatie vertrouwelijk (= geheim) zouden willen houden. Wij hebben toen besloten de bijeenkomst te verlaten. In onderstaand artikel leest u waarom wij dit besluit hebben genomen.


Daarop gaf het college als antwoord dat u geheimhouding wilde opleggen omdat het hier om personen ging.

Wij hebben daarop aangegeven dat a) het college (bij monde van de verantwoordelijke portefeuillehouder) zich in de media (krant en radio) had uitgelaten over de betrokken personen, de heren Ortmans en Kessels, en dat b) de betrokken personen (die wij daar eerder op de dag naar gevraagd hadden) zelf er geen bezwaar tegen hadden dat de kwestie in het openbaar, in alle openheid zou worden besproken (mede i.v.m. de brief die zij onlangs aan de raad hadden gestuurd). En dat bovendien van ons kon worden verwacht dat wij op een zorgvuldige en verantwoorde wijze zouden omgaan met informatie die de betrokken personen bij het openbaar maken ervan eventueel schade zouden kunnen berokkenen.

Toch bleef het college bij monde van de Burgemeester weigeren ons te informeren als wij niet bereid waren ons geheimhouding te laten opleggen. Wij hebben het college vervolgens gewezen op de Gemeentewet, de Wet Openbaarheid van Bestuur en zelfs de Wet Bescherming Persoonsgegevens. En het college gevraagd waarop het zich dacht te baseren bij het weigeren ons in te lichten (tenzij wij ons zouden verplichten geheimhouding te bewaren).

Op deze vraag bleef de burgemeester het antwoord schuldig. Maar het college bleef wel volhouden dat het geheimhouding eiste, omdat het om personen ging.

Daarop hebben wij (na de burgemeester te hebben gegroet) de bijeenkomst verlaten. De vertegenwoordigers van de coalitiepartijen bleven zitten; zij bleken wel bereid te zijn zich geheimhouding te laten opleggen.

Op grond van deze opstelling moeten wij constateren dat voor het college de redenen voor en de aanleiding voor het ontslag van de leden van de RvC uitsluitend te maken hebben met hun persoon(lijk functioneren). En passant weigerde het college  bij monde van de burgemeester overigens ook ons in algemene zin te informeren. Zo wilde het college geen antwoord geven op de eerder genoemde vragen, die – zoals eenieder zelf kan nagaan – algemeen van aard zijn.

Het college, de burgemeester blijkt zo zijn eigen “wetten”, bepalingen en regels te hebben bedacht met betrekking tot het al dan niet willen inlichten van het bestuursorgaan (de raad) dat u (het college) zou moeten (kunnen) controleren.

U weigert informatie te verstrekken en u te laten controleren om daarmee de raad (op basis van relevante informatie) de mogelijkheid te bieden te besluiten u al dan niet te vragen verantwoording af te leggen.

Dit lijkt ons een vorm van obstructie van het openbaar bestuur; de raad (de gekozen volksvertegenwoordiging die de kaders stelt) wordt belemmerd in het vervullen van haar wettelijke taak het college van B & W (het bestuursorgaan, dat is belast met de uitvoering) in het openbaar, en in alle openheid te controleren. Dat de coalitiepartijen wel bereid zijn zich geheimhouding te laten opleggen, doet hieraan niet toe of af. Het gaat immers om een eigen verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders.

U bedenkt eigen regels, die volgens ons niet overeen komen met de bestaande en geldende regels van openbaarheid van bestuur. U wilt in het geval van het ontslag van de leden van de RvC van de NV in het openbaar geen tekst en uitleg geven over uw beweegredenen, de besluiten die u neemt en de wijze waarop u handelt. Dat blijft als het aan u ligt daardoor allemaal in het verborgene. U maakt daarbij o.i. misbruik van uw positie als aandeelhouder van de NV en van uw positie als uitvoerend bestuursorgaan door te besluiten de raad informatie te onthouden, tenzij die raad zichzelf monddood laat maken door geheimhouding te beloven.

Wij zullen de ons als volksvertegenwoordigers ten dienste staande middelen gebruiken om wel geïnformeerd te raken over de redenen voor en de aanleiding voor het ontslag van de leden van de RvC van de NV, en om u als college hierover in het openbaar verantwoording te laten afleggen.

Waarom u de directie en de RvC in de collegestukken m.b.t. nieuwbouw dan wel renovatie van het zwembad Mosaqua in een negatief daglicht gesteld, terwijl u in het betreffende rtg moest toegeven dat de belangrijkste oorzaak van minder resultaten in 2007 het relatief slechte weer was in de zomer van dat jaar?

Waarom hebt u er voor gekozen de twee overgebleven leden van de RvC te ontslaan en niet in plaats daarvan af te wachten tot hun statutaire termijn zou zijn verstreken dan wel hen vriendelijk (met redenen omkleed) te verzoeken terug te willen treden?

Waarom heeft de verantwoordelijke wethouder op drie plaatsen drie verschillende lezingen gegeven van de redenen voor en de aanleiding tot het ontslag van de leden van de RvC, terwijl in de betreffende raadsinformatiebrief geen redenen en geen aanleiding worden genoemd?